De boomgaard
Toen ik 12 jaar geleden het huis kocht, stond er al een aantal fruitbomen, waaronder appel, kers, peer, pruim en mispel. Daaraan heb ik cacco (sharonfruit), walnoot, perzik, amandel, vijg, olijf en meer peer, pruim en kers toegevoegd. Ook had ik in de toeloop naar de al bestaande bramenstruiken een fruitlaantje aangelegd, met kruisbessen-, frambozen- en aalbessenstruiken, maar dat is niets geworden.
De kersen zijn het dankbaarst: ze hoeven nooit gesnoeid te worden (omdat de takken al prachtig wijd-uit groeien) en ze dragen overdadig vrucht zonder allerlei wormen- of insectenvraat. Dat laatste is nl wèl het geval bij de appels: ondanks de aardige hoeveelheid van ongeveer 6 laagstambomen is er geen enkele eetbare appel te oogsten, ze zijn allemaal al in zeer klein stadium door wormen opgegeten en/of door een zwart soort huidkanker aangetast. Het schijnt dat een appel die je in een niet-biowinkel koopt, tientallen bespuitingen achter de rug heeft! Maar de kersen floreren dus zonder al deze chemie, en dan ook nog eens in overweldigende hoeveelheden, zoals de foto toont. De afgeknipte takken komen uit de hoge delen van de kroon waar ik dus niet bij kom, maar dat een kersenboom kàn worden gesnoeid tijdens het vruchtdragen komt dus enorm goed uit! Dat snoeien gebeurt met het mes dat aan een ongeveer 4 meter lange telescoopstok zit: ik hang de metalen haak die aan het eind van deze stok zit om de desbetreffende tak heen, en trek dan beneden aan het touw dat het mes naar boven doet klappen.
De mispels zijn altijd rot (vandaar het spreekwoord!), de amandelen betekenen enòrm veel werk (rapen/plukken, het 'perzikken'-vlees eraf halen, dan de pitten drogen, en ze vervolgens stuk voor stuk in de bankschroef kraken, want geen enkele notenkraker is er tegenop gewassen), en de perzikken werden steeds enorm geplaagd door de schimmel Bolla del pesche (dwz alle bladeren worden rood en rollen zich op, en verschrompelen vervolgens). Maar de peren en pruimen doen het goed, geheel zonder ziektes, en een klein pruimenboompje hing dus dit jaar helemaal òm door de zwaarte van vele tientallen grote paarse vruchten.
Een nog groter succesverhaal betreft de vijgen: deze door mij ongeveer 9 jaar geleden geplante boom geeft al 8 jaar lang een werkelijk enòrme oogst aan grote, zoete vijgen (zie het plaatje van 2 vijgen op mijn hand). Ik maak er al jaren lang veel jam en chutney van. Het 'geheim' van de overdadige vijgenproduktie is misschien dat deze boom zowat bòvenop de beerput staat......
De ongeveer 5 jaar geleden geplante walnotenboom begint de laatste 2 jaar vrucht te dragen, en het in dezelfde tijd geplante olijvenboompje idem. Dus beide heb ik vorig jaar voor het eerst geoogst: van de verse walnoten een liqeur gemaakt, en de olijven op zout water gezet.
Tenslotte de cacchi, enkelvoud cacco, waarvan hierboven de foto van een halve vrucht, nog met zijn mooie kroon. Je eet een cacco door het sensueel-slijmerige zoete vruchtvlees uit de schil te lepelen. Deze schil wordt dan wel niet gegeten, maar is wèl een genot om aan te raken: werkelijk babyhuid-zacht. Een tweede heel sensueel aspect dus van deze in niet-mediterraan Europa vrijwel onbekende vrucht. En laat dat asjeblieft zo blijven.